Werkblad naar wens afdrukken

U moet iets afdrukken uit een Excel-bestand, maar het komt anders uit de printer dan u wilde. Voorkom dit door uw pagina-instellingen aan te passen.

Het kan lastig zijn om in Excel pagina’s goed af te drukken, omdat u niet direct ziet waar de ene pagina stopt en de andere begint. U ziet dus niet wat er op het printpapier past. Om te voorkomen dat er pagina’s uit de printer rollen waar u niets aan hebt, kunt u drie dingen doen. Voordat we deze drie opties bespreken, is het handig om te weten hoe uw document eruitziet als u het zou printen zonder iets aan de instellingen te veranderen. Past het toevallig wel precies op het printpapier, dan hoeft u natuurlijk niets aan de instellingen te veranderen. U controleert dit als volgt:

  • Zorg dat u het Excel-werkblad dat u wilt printen hebt geopend.
  • Selecteer het tabblad Beeld en klik in de groep ‘Werkmapweergaven’ op Pagina-eindevoorbeeld.
  • Een blauwe stippellijn geeft aan welk deel van het werkblad op één A4 past. U ziet nu hoeveel pagina’s u nodig hebt om de huidige tabel af te drukken.
  • Klik eventueel op Normaal om uit het Pagina-eindevoorbeeld te komen.

Past het deel dat u wilt afdrukken niet goed op het printpapier? Dan kunt u een van de volgende drie instellingen gebruiken om het wel passend te maken.

Standaard staat uw pagina-indeling ingesteld op ‘staand’. Hebt u een brede tabel, dan passen waarschijnlijk de laatste kolommen niet op het printpapier. Door de pagina-indeling aan te passen van staand naar liggend kan het zijn dat de tabel wel past. Dit doet u zo.

  • Klik op het tabblad Pagina-indeling.
  • Klik vervolgens in de groep ‘Pagina-instelling’ op Afdrukstand en kies daar voor Liggend.

Kijk bij Pagina-eindevoorbeeld (zie boven) of het veranderen van de pagina-indeling het gewenste effect heeft gehad. Als dit het geval is, kunt u het werkblad nu afdrukken.

U kunt ook de gehele tabel verkleinen, zodat deze wel op één pagina past. U past de hoogte en breedte als volgt aan.

  • Klik op het tabblad Pagina-indeling.
  • In de groep ‘Aanpassen aan pagina’ kunt u nu de breedte en/of de hoogte aanpassen.
  • Klik op het pijltje achter ‘Breedte’ en klik vervolgens op 1 pagina.
  • Klik nu op het pijltje achter ‘Hoogte’ en klik weer op 1 pagina.
  • Er is nu een gesloten blauwe rand om uw tabel geplaatst. Dit betekent dat uw tabel op 1 pagina wordt afgedrukt.
  • In de groep ‘Aanpassen aan pagina’ kunt u achter ‘Schaal’ zien hoeveel de tabel is verkleind. Mocht de tekst na het printen niet meer goed leesbaar zijn, dan kunt u altijd achter ‘Breedte’ en/of ‘Hoogte’ aangeven dat de tabel over meerdere pagina’s geprint kan worden.

Het is ook mogelijk om slechts een gedeelte van de tabel af te drukken. Dit doet u door het afdrukbereik te bepalen:

  • Selecteer het deel van het werkblad dat u wilt afdrukken.
  • Klik onder ‘Pagina-instelling’ op Afdrukbereik.
  • Klik vervolgens op Afdrukbereik bepalen.
  • Om het gedeelte dat u hebt geselecteerd, ziet u nu een groene lijn staan. Alles binnen deze groene lijn wordt afgedrukt.